De tijd is aangebroken dat de virale cijfers zo laag geworden zijn dat het leven weer terugkeert naar de min of meer normale toestand. En gelukkig maar zou ik zo zeggen. Echter een van de dingen waar ik in een maand of 15 toch wel gewend en stiekem ook wel gehecht aan geraakt ben is mijn bureau in de woonkamer: thuiswerken dus. Het dagelijkse forensen verkeer tussen Assendelft en onze stulp in het dorp kan me niet echt boeien en van achter m’n bureau thuis kan ik net zo veel, zo niet meer dan in het hokje (dat met een groot woord ‘kantoor’ genoemd wordt) waar m’n collega en ik normaal ons geld verdienen. Zo ontbeert ons kantoor bijvoorbeeld een gitaar om maar eens iets op te noemen.


Maar eigenlijk was ik deze column niet begonnen om te klagen over de omstandigheden op het werk maar over een verschijnsel dat ik 15 maanden heb mogen ‘missen’. Laatst moest ik bij uitzondering naar het bedrijf om dingen te doen die echt niet op afstand kunnen. Bij het huiswaarts keren kwam ik voor een van de verkeerslichten die de N203 rijk is vooraan in de rij tot stilstand omdat het licht rood was. De baan naast mij was aanvankelijk leeg tot er een uitermate enthousiaste jongeling in een zwarte Golf met een zo te horen defecte uitlaat naast me kwam staan.

Hij was kennelijk bang dat zijn motor zou afslaan wat het gaspedaal werd met de regelmaat van de klok ingetrapt en weer losgelaten. U begrijpt waarschijnlijk wel dat dit het type automobilist betrof die altijd zo snel mogelijk naar het volgende rode verkeerslicht probeert te komen. Onze 1300 kilo zware stationwagen werd enigszins misprijzend bekeken. Ik drukte de automatische versnellingsbak van ons vliegdekschip voor de lol even in de sportstand en wachtte in serene kalmte af….

Bij het verschijnen van het groene licht vertrokken we tegelijk, hij met gillende en rokende banden, ons voertuig nam met veel gemak en een tevreden brommende motor circa anderhalve meter voorsprong. Hij joeg zijn toerenteller waarschijnlijk ver in het rode gebied tot het moment aanbrak waarop ik gewacht had: hij moest schakelen. Altijd interessant om in je achteruitkijk spiegel het onthutste gezicht te zien van iemand die het niet lukt om een ouwe kerel in een stationwagen voor te blijven bij een sprint vanuit stilstand. Uiteraard wordt het nog leuker als zo’n figuur in ontreddering mis schakelt. Maar goed, uiteindelijk is het spelletje afgelopen als ik de toegestane maximum snelheid bereik en de cruisecontrolactiveer. Met brullende motor komt onze enthousiasteling na korte tijd voorbij schieten om 500 meter verderop aan te sluiten bij de rij wachtenden voor het volgende rode licht. Zo zie je maar, handwerk is leuk, een DSG is beter.