Voor inspiratie hoeft schrijver Peter Meester niet ver te reizen. Die vindt hij thuis en letterlijk om de hoek. Zijn vrouw, kinderen en dorpsgenoten uit Wijk aan Zee spelen sinds jaar en dag de hoofdrol in zijn korte verhalen. ‘Het dorp, dat zijn de mensen’, zegt de ‘Carmiggelt van achter de duinen’. Zijn tweede bundel is verschenen bij De Vrijstaat Roetz.

Het hardnekkige vooroordeel dat alle ICT-programmeurs sociaal onbeholpen zijn, wordt in een gesprek met Peter Meester, werkzaam bij Forbo in Krommenie, direct gelogenstraft. De Wijk aan Zeeër noemt zichzelf: ‘de uitzondering die de regel belachelijk maakt’. Hij is zeer geïnteresseerd in anderen, iets dat hem bij het schrijven van zijn verhalen goed van pas komt.

Foto Luuk Mantz

Meester blijkt niet alleen over een mooie pen te beschikken, ook weet hij zijn publiek te boeien met zijn voordrachten. Zo vertelt hij over het lokale ‘Festival van het Vergeten’, een recente culturele avond gewijd aan herinneren en vergeten. ,,Ik kreeg met een ode aan Simon Carmiggelt de volledige zaal stil, dat was zo mooi.” Hij raakt zichtbaar geëmotioneerd, niet alleen van trots, maar ook omdat het hem droevig stemt dat Carmiggelt nauwelijks nog aandacht krijgt tegenwoordig.

De invloed van Carmiggelt op Peter Meester is overduidelijk. De schoonheid zien in het alledaagse, oog voor detail en de liefde voor mensen. Alles wat gewoon lijkt, tilt hij net als zijn grote voorbeeld op een hoger plan. Zoals hij in zijn tweede bundel schrijft:

‘Geluk is een groep vrienden die zonder terughoudendheid muziek met elkaar maakt en het leven tot een kunst verheft. Geluk is veertig kleuters die ademloos naar je gitaar luisteren en hun juffrouw die er kippenvel van krijgt. Geluk is een dorp waar je dit alles mag meemaken.’

Meester publiceert onder zijn alias Pepi, het koosnaampje dat zijn vrouw Wilma hem gaf. Hij begon al jong met schrijven, voor de schoolkrant en het orgaan van de volleybalvereniging. Later werkte hij mee aan de column ‘Kijk op de Wijk’ voor dorpskrant De Jutter – nadat hij als twintiger Beverwijk verruild had voor Wijk aan Zee. Die omgeving is sindsdien een van de inspiratiebronnen voor zijn verhaaltjes.

Foto Luuk Mantz

Als muzikant en schrijver is hij daar helemaal op zijn plek. Het dorp is sinds de jaren negentig een broedplaats voor creatieve geesten, toen het in zijn voortbestaan werd bedreigd door allerlei plannen van hogerhand. Het antwoord van Wijk aan Zee was typerend: vooral laten zien hoe mooi het dorp is. Dat leidde tot allerlei creatieve evenementen, die kunstenaars, dichters en muzikanten aantrokken. Een deel is blijven hangen. ‘Ik ga hier nooit meer weg’, zegt hij dan ook resoluut.

Het dorp kent een nog steeds uitdijend spectrum aan culturele activiteiten. Zoals de Smaakmarkt die elke zomer vijf keer plaatsvindt, waarbij mensen van heinde en verre naar het dorp komen om lokale producten te proeven. En Café De Zon, dat na een crowdfunding-actie eigendom is van de dorpelingen zelf, en letterlijk een podium biedt aan woordkunstenaars en muzikanten. Meester speelt daar soms op zijn gitaar en doet dat niet onverdienstelijk – als we zijn vrouw mogen geloven komen zelfs de katten ademloos luisteren als hij thuis tokkelt. ,,Onze jongste dochter heeft eens gitaarmuziek op tv opgezet, waarna een van de katten over het toestel sprong om te kijken of de baas daar wellicht was.” Of het nog niet genoeg is maakt hij ook deel uit van het plaatselijke mannenkoor, dat naar horen zeggen geen reden heeft tot bescheidenheid.

De jonge jaren van zijn vier kinderen vormden de voornaamste inspiratiebron voor de eerste columns van Pepi, die hij in De Jutter publiceerde. Tegenwoordig laat hij zich bij het schrijven inspireren door zijn directe omgeving, dat kan zijn eigen huishouden zijn maar ook het dorp. Zijn verhalen zijn altijd uit het leven gegrepen, het zijn gebeurtenissen van alledag.

Pepi 2 is uitgegeven door De Vrijstaat Roetz. Vormgegeven door Henk Tijbosch. De fraaie illustraties bij de verhalen zijn van de hand van Meesters jongste zuster Karin. Interview: Serge Hogervorst