Doen waar behoefte aan is
Annabel Aardenburg, gangmaker in Wijk aan Zee
Participatie is een heet hangijzer binnen de hedendaagse politiek. De inwoners moeten vooral meedoen en meebeslissen. Dat is vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Willen de bestuurders het echt? Hoe werkt het dan? Hoe zien de inwoners het? Wat is de rol van de ambtenaren? De Vrijstaat Roetz vraagt de komende maanden diverse gastschrijvers om over dit onderwerp te publiceren. Deze bijdrage is van Annabel Aardenburg, zij is namens de gemeente Beverwijk ‘gangmaker’ in Wijk aan Zee.
Als gangmaker draag ik bij aan de uitwerking van het Dorpsplan Wijk aan Zee. Dat plan heeft een lange voorgeschiedenis. In 2017 deed de gemeente Beverwijk een burgerpeiling, naar de mening van alle inwoners van de gemeente over woon- en leefomgeving, welzijn en zorg, de relatie met de gemeente, en gemeentelijke dienstverlening. Uit deze peiling bleek dat inwoners van Wijk aan Zee behoefte hadden aan meer aandacht voor welzijn en zorg in het dorp.
De participatieraad en de gemeente pakten samen de handdoek op en hebben ingezet op verder onderzoek in Wijk aan Zee. Er is een werkgroep samengesteld waarin ook van begin af aan inwoners en een vertegenwoordiging van de Dorpsraad hebben deelgenomen. In 2019 is deze werkgroep in gesprek gegaan met inwoners en organisaties die actief zijn in Wijk aan Zee voor het behoeftenonderzoek. Dit is gedaan door middel van diepte-interviews, online enquêtes en een opiniebus die Wijk aan Zee stond om bewoners te interviewen. Daaruit is het rapport gekomen, dat je kan nalezen op onze website dorpspleinwaz.nl
Als gemeente doe je het liefste die dingen, waar inwoners behoefte aan hebben. En daarbij is het behoefteonderzoek essentieel en zijn inwoners onmisbaar. In 2019 zijn de gemeente en de participatieraad verder aan de slag gegaan met de resultaten van het behoefteonderzoek. Er is met heel veel organisaties gesproken in en om het dorp. Zoals Heliomare, de Vrijheit, Dorpshuis De Moriaan, de Sportvereniging Wijk aan Zee, Buurtzorg en nog veel meer.
In januari 2020 zijn geïnteresseerde Wijk aan Zeeërs uitgenodigd in de kapel van Heliomare om mee te praten. Iedereen die zich toen aanmeldde, en zich op heeft gegeven als geïnteresseerde, houden we nu per email op de hoogte van de voortgang, en nodigen we uit voor vervolgbijeenkomsten.
In maart 2020 kwam het Dorpsplan uit. Een plan voor een toekomstbestendig Wijk aan Zee, met aandacht voor welzijn, zorg en sport. Speerpunten waar Wijk aan Zee volgens het onderzoek een leuker dorp van wordt met meer woongenot. Het college van Beverwijk en de gemeenteraad hebben het plan besproken. En waren het eens met de conclusie van de werkgroep dat het Dorpsplan een gangmaker nodig heeft. Het is nu eenmaal niet zo dat acties automatisch waar worden als ze in een plan of een rapport staan. En zo ben ik bij het Dorpsplan terecht gekomen.
Wie is die gangmaker? Als geboren Heemskerkse ben ik niet onbekend in het dorp. Mijn familie woont er, voor de coronacrisis overnachtte ik er vaak om naar een feestje te kunnen gaan, of toen we tijdelijk geen huis hadden. Ik heb één zomer in Wijk aan Zee gewerkt bij de Spar van tante Elly en ome Jaap. Vakken vullen, ‘leren hoe je een bezem moet vasthouden’; zou Elly zeggen, en producten prijzen met zo’n stempeltang met plakkertjes. Mijn beeld van het dorp is beïnvloed door geschiedenis, verbintenissen en herinneringen.
Ik woon nu niet in Wijk aan Zee, en ben geen lid van een club of team of vereniging in het dorp. Op deze manier is het mijn ambitie om met afstand en binding tegelijk naar mijn opdracht voor het dorp te kijken.
Mijn opdracht is feitelijk heel simpel. In het Dorpsplan staan acties, ideeën en bevindingen. Aan mij de taak om te helpen deze, en aanvullende acties in gang te zetten. Ik kan mensen bellen, bijeenkomsten organiseren, organisaties aansporen en de gemeente adviseren, en inwoners kunnen bij mij terecht met ideeën en plannen.
Ik ben over het algemeen een bijzonder positief ingesteld persoon, maar het is erg belangrijk om het te hebben over het obstakel. Dat is voor het Dorpsplan op dit moment natuurlijk de coronacrisis. Door de maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan, kunnen we niet bij elkaar komen, overleggen en plannen maken. De ambitie van het Dorpsplan is nu juist om het samen met inwoners uit te voeren, zodat de toekomst van Wijk aan Zee door Wijk aan Zeeërs bepaald en gemaakt wordt.
De maatregelen zijn niet eens het grootste probleem. We weten dat we er doorheen moeten om te zorgen dat we er samen weer bovenop kunnen komen. Wijk aan Zee is vooral ook hard geraakt door corona in de gezondheid van haar bewoners. Mensen zijn ziek geworden, inwoners zijn overleden. En ook voor hen die niet besmet zijn met het virus, is het leven minder sociaal geworden. Almaar afstand houden, niet eens elkaar de hand kunnen schudden op een begrafenis, alleen rouwen, alleen de kleinkinderen op afstand houden.
Er is voor veel mensen gewoon geen bal meer aan op het moment. En als je het dan hebt over een plan om welzijn, zorg en sport in een dorp te verbeteren, dan heb je een aantal grote obstakels staan.

Maar er is licht aan het einde van de tunnel, ik zie het, en ik denk dat inwoners van Wijk aan Zee het ook zien. Toen heel Wijk aan Zee bedekt was onder de sneeuw, zag je de saamhorigheid van bewoners boven komen. Iedereen die jong van geest is roetsjte de dorpsduinen af, en straten die onder hopen sneeuw lagen werden geruimd door inwoners en opgejut door de bouwploeg van SaWaZ. Sneeuw is tenminste iets dat kan worden opgeruimd!
Het is fijn om af en toe een probleem te hebben waar je de schouders onder kan zetten. Sneeuw smelt weer als de zon gaat schijnen, en we hebben de problemen van alledag weer terug. Maar de krokusjes steken hun kopjes boven het gras, en de meeste 80-plussers zijn ten minste één keer ingeënt. Wijk aan Zee weet dat ze er weer voorzichtig bovenop gaat komen.
We proberen met het Dorpsplan te doen wat we kunnen. Ik werk voor een groep van acht verschillende mensen. Mijn ‘opdrachtgever’ is de Werkgroep Dorpsplan. De leden zijn Jaap Durge, Cees Hamers, Ronald de Kaper, Jan de Wildt en Evert Hoogewerf, met als leden vanuit de gemeente Marja van Leeuwen van Sociaal Domein, Marijke Hoencamp van Communicatie en Niels Veen van Sport en Beweging. Met leden uit de Dorpsraad, de Participatieraad en betrokken inwoners en ambtenaren heb ik een directe lijn met dat wat belangrijk is voor het dorp. De werkgroep is voor mij een inspiratie, vraagbaak en adviseur. Ze kennen de juiste mensen die ik nodig heb in het dorp, en sturen bij als ik afdwaal. Ik mag onder hun leiding de creativiteit zoeken om acties in gang te zetten.
Wat ik merk in mijn werk voor de groep is dat er ontzettend veel welwillende mensen betrokken zijn bij het dorp. Het Dorpshuis wil samen met Stichting Welzijn een leestafel inrichten, en zodra buurthuizen weer open mogen, gaan zij van start. De Buurtsportcoaches, SV Wijk aan Zee, Ella de Jong, het Dorpshuis en actieve ouders willen graag verder met de sport- en beweegactiviteiten voor jongeren, en zodra er weer meer kan, ook voor ouderen. De gemeente Beverwijk heeft toegezegd om de initiatiefnemers die een skatepark in het dorp willen realiseren – waaronder Siep Durge, 10 jaar oud – te willen helpen om dit plan handen en voeten te geven. De culturele, sportieve en sociale verenigingen in het dorp staan te springen om weer aan de slag te gaan. SV Wijk aan Zee en de gemeente zijn bezig aan het uitzoekwerk voor verduurzaming van het sportpark. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Voor het Dorpsplan heb ik met jongeren uit Wijk aan Zee gesproken, en samen met hen een plan voor activiteiten voor de jeugd opgesteld, die we nu uitvoeren, zodra er weer iets kan. Ook hebben we verschillende zorgorganisaties in het dorp gesproken, die graag willen samenwerken, met elkaar, en met bewoners. Het is fijn dat mensen mij weten te vinden, als ze iets leuks willen doen, iets willen uitvoeren of zelfs als ze iets willen ondersteunen. Op het moment publiceren we veel op dorpsplanwaz.nl, maar online is lang niet hetzelfde als in het echt.
Wijk aan Zee is geen Gallië, al heb ik Asterix, Obelix en Kakofonix heus wel in verschillende gedaantes rond zien lopen. Maar het dorp is geen onafhankelijk, zelfstandig staatje middenin een door Romeinen bezet gebied. We hebben te maken met het krachtenspel van organisaties waar het dorp door beïnvloed, beperkt en ondersteund wordt.
Tennet en Tata zijn voorbeelden van grote spelers die invloed op het dorp hebben. Je kan Wijk aan Zee niet zonder deze invloeden zien. Het vastgoedbedrijf Elfi heeft onlangs een grote vastgoedportefeuille aangekocht in het dorp, en ook al klinken de plannen als een goede ontwikkeling voor het dorp, de inwoners van Wijk aan Zee willen ‘eerst zien dan geloven’.
En wie heeft er nog meer plannen voor het dorp? Hoe gaat het nu verder met zorgwoningen, het voortbestaan van verenigingen en accommodaties en het behoud van het unieke karakter van Wijk aan Zee? Hoe gaat Heliomare zijn toekomst invullen nadat de coronacrisis voorbij is? En hoe gaat het Dorpshuis zijn nieuwe visie uitvoeren na zoveel maanden van lockdown? Dit zijn vragen voor de langere termijn waar wel al nu over nagedacht wordt. En die we samen met hernieuwde energie te lijf kunnen gaan als we straks uit onze lange verplichte winterslaap komen.
Op het moment wordt alles overschaduwd door zorgen over besmettingen, zorgen over naasten of het jongleren met onderwijs op afstand, thuiswerken en het opbouwen van terrassen waarvan nog niet zeker is wanneer ze open kunnen. Wijk aan Zeeërs treffen voorbereidingen, onderhouden het sportveld en lappen de ramen. De lente is voorzichtig aan begonnen in het dorp, en zodra de zomer aanbreekt, zullen we ontzettend veel ideeën hebben om uit te kiezen. Ik heb er vertrouwen in dat dat – na drie keer over de kop – uitkomt in een toekomstbestendig Wijk aan Zee, met een plek voor iedereen die daar aan wil bijdragen