Tweede paasdag 2021, bij tijd en wijlen vliegt de natte sneeuw horizontaal door de straat, binnen zit Wilmama met 2 van haar kindertjes aan de achterkamertafel te kaarten.

De geluiden die bij het spelletje horen zijn in de afgelopen decennia niet heel erg veranderd. Kreten van teleurstelling, ongemeende ‘adviezen’ en af en toe gejuich.

Die geluiden ken ik nog goed uit de tijd dat we mijn schoonmoeder op zondag bezochten. Vaak kwamen daar na de koffie en de wederzijdse uitwisseling van de recente gebeurtenissen, de kaarten op tafel. ‘Duizenden’ was wel het favoriete spel. Na een paar vruchteloze pogingen om mij het spel bij te brengen hebben ze dat maar opgegeven. Ik heb het spel wel eens samengevat met: ‘Duizenden, een spel met 52 speelkaarten waarbij mijn schoonmoeder altijd wint’, dit analoog aan een spelletje met een bal en Duitsland.

Aan de geluiden die ik vandaag opvanglijkt mijn liefhebbende echtgenote de kaart eigenschappen van haar moeder te hebben georven. Als ze aan de beurt is worden de kleine, door de overige spelers over het hoofd geziene mogelijkheden, genadeloos afgestraft.

Tja, ze heeft van huis uit een prima ‘opleiding’ genoten. Mijn schoonmoeder kon kaarten als een duivel, maar het was een mens uit duizenden.