Fietsen voor een plasticvrije wereld
Wellicht heb je de Heemskerkse Stef Broerse (28) op zijn fiets al een keer opgemerkt. Met zijn emmer op zijn voordrager gebonden, vist hij vanaf zijn gele fiets de wereld een stukje schoner. Met zijn grijper prikt Stef tijdens het fietsen afval in alle soorten en maten op. Van doppen, blikjes tot aan touw en verpakkingen. ‘Fietsvissen is het vissen naar afval zonder lijntje. Hard nodig, want de coronatijd heeft de vervuiling van het milieu alleen maar verergerd’, aldus Stef.
Tijdens een vakantie in Madeira wordt Stef zich meer bewust van de ernst van milieuvervuiling. Samen met een vriend bezoekt hij tijdens zijn surfvakanties verschillende stranden bezaaid met plastic. Als hij twee mensen tussen een massa afval ziet zonnebaden is de maat vol. ‘We besloten het strand op te ruimen, in plaats van te zwemmen en te surfen. Ik denk dat je moet opruimen als het er ligt en niet op momenten dat het jou uitkomt’.
Na afvalzakken bij het lokale gemeentehuis te hebben gehaald begint de schoonmaakactie.
De combinatie van het reizen en de fysieke confrontatie met het plastic in zowel zee als op land, geeft de doorslag. ‘Het gaat om de planeet ‘ontplasticen’. We zijn wereldburgers en het maakt niet uit waar de vervuiling is’.
‘Het principe ‘ik heb het er niet neergegooid”, of ‘dit is niet mijn grond’, geldt niet. We leven in een wereld van ons allemaal. De wereld is gedeelde grond.’. Milieuactivist vindt hij een te grote benaming voor zijn dagelijkse ‘fietsvisvangsten’. ‘Afval opruimen kan leuk zijn door middel van het fietsvissen. Maak er gewoon een spel van’.
Stef bedenkt het fietsvissen als creatieve oplossing voor wandelingen, die door het plastic oprapen te lang duurt. Fietsvissen wordt de oplossing om zowel op tijd op werk te zijn en daarnaast ook afval te prikken. Dat mensen hun afval blijven weggooien zonder te denken aan de consequenties, daar kan hij simpelweg gewoon niet bij. ‘Je neemt het vol mee, dan kun je het toch ook leeg mee terugnemen? Dan weegt het nog minder’.
Zijn we ons niet bewust van milieuvervuiling? Is er een wil naar een toekomst voor latere generaties, voor onszelf? Het zwerfafval is wat hem betreft een zichtbare afspiegeling van onze eigen tekortkomingen. Juist in deze coronatijd zou het contrast tussen willen leven en het vervuilen van onze leefomgeving geen vaag gebied moeten zijn.
‘Wat je van je ouders vaak leert wanneer je jong bent is het ‘bah-syndroom’. In de zin van: ‘Bah laat maar liggen, dat is vies’. We moeten van dat stigma af’. Het stigma dat afval laat zien als iets van anderen, iets dat ons niet aangaat, daar moeten we korte metten mee maken als het aan Stef ligt. Als iedereen vijf stukken afval per dag opraapt, kennen we binnen de kortste tijd geen straatafval meer.
Ergens klinkt het als een kleine moeite, met grote gevolgen. Dat er sinds de lockdown meer mensen naar buiten gaan en er daardoor meer zwerfafval ligt, is volgens Stef een feit. Denk alleen al aan de overvolle papier- en glascontainers. Volgens de Heemskerker blijft afval nu ook langer liggen vanwege de angst voor corona op afval zelf. ‘Ik heb collega’s die normaal gesproken met hun hond lopen en plastic in het park opruimen, maar dat nu ook niet doen. Daarom moet iedereen een ‘happer’ kopen. Zo is er geen excuus om niet op te rapen.’
Wat Stef met zijn acties wil bereiken, is zoals hij zelf noemt een cliché: andere mensen inspireren.
Opdat mensen hun eigen afval in de prullenbak gooien en tijdens het buiten zijn ook andermans vuilnis opruimen. ‘Je kunt een verschil maken, als individu. Je mag je er niet aan storen als je er zelf niks aan doet.’ En daar raakt Stef een gevoelige snaar. Want allemaal kennen we mensen die zich storen aan vervuiling van het milieu en zelf een net zo’n grote bijdrage van het probleem zijn.
Om maar niet te spreken over het stigma van de milieuactivist. ‘We moeten bewuster omgaan met plastic. Ik weet alleen niet of ik echt in de recycling van plastic geloof. Ik geloof in het universeel maken van verpakkingen, in het terugbrengen en sorteren van verpakkingen in containers. Het verschil maken is een rekbaar begrip in onze huidige samenleving van plastic en onwetendheid. Wanneer iemand opkomt voor onze gezamenlijke belangen, wordt hij of zij vaak scheef aangekeken, omdat diegene opvalt’, vertelt Stef. Een paradox. ‘Het verschilt enorm voor wie het echte verschil wilt maken’.
Een leven zonder veel te willen is wat Stef op de been houdt. ‘Want wie niet veel wil is met weinig al gelukkig’. De basis van reizen en surfen geeft hem grip, een handvat dat afwijkt van de doorsnee levenswijze in deze Westerse wereld. Zo is het volgens hem normaal dat wanneer je ergens geboren wordt, dit niet betekent dat je je hele leven daar doorbrengt. ‘Overwinteren is wat ik ieder jaar doe. Ik zoek een plek op waar het warm is en waar ik kan surfen. Waar maakt mij niet zoveel uit.’
Het overwinteren vond vanwege de corona afgelopen jaar plaats in Nederland, met als gevolg een nieuw project: een paarse bus. Inmiddels heeft Stef deze paarse verschijning omgetoverd tot slaapgelegenheid en is de keuken en afwerking in volle gang. ‘Ik heb me eigenlijk nog niet verveeld in deze lockdown-periode. Ik ben alleen maar aan het klussen in mijn bus.’
Stef ziet de bus als opstapje voor het reizen en verbouwt de bus op duurzame wijze. ‘Het hout in mijn bus heb ik behandeld met gekookte lijnzaadolie, dat is super duurzaam. Verder is de vloer ge-upcycled, dat komt van iemand zijn zolder af’, zegt hij lachend. De bewuste levensstijl trekt Stef verder door in zijn leven. Zo koopt hij tweedehands kleding, krijgt hij kleding op een enkele uitzondering na. ‘Het enige dat ik koop zijn sokken, schoenen, broeken en ondergoed, wanneer nodig.’
Er zijn genoeg manieren en initiatieven bekend om te recyclen en een schoner milieu te realiseren, aldus Stef.
De vraag is voor hem waarom en waar het mis gaat. ‘Vooral glas en papier zijn goed recyclebaar. We moeten plastic verpakkingen gaan vervangen in óf iets wat biologisch afbreekbaar kunststof is, óf recyclen.’
Verder geeft Stef aan dat we terug moeten naar hard plastic en andere vormen van plastic moeten verbannen. ‘Denk aan doppen van colaflessen, die kun je goed recyclen, maar de folies niet.’ Tot slot hoopt Stef dat er onderwijs komt in soorten plastic en hun recyclemogelijkheden. Een plasticvrije wereld zou volgens hem mogelijk moeten zijn, wanneer we andere materialen realiseren. ‘Een goed voorbeeld is de mogelijkheid tot een veranderende mentaliteit. Tien jaar geleden gingen mensen nog niet met hun eigen boodschappentas naar de supermarkt. Nu wel. Je ziet tegenwoordig ook veel mensen met eigen waterflessen.’ Wie weet verandert de mentaliteit van fietsen wel in ‘fietsvissen’, de tijd zal het leren. Stef fietst in ieder geval nog even door. Zo levert hij zijn bijdrage aan een plasticvrije wereld, een gezamenlijk belang.