PARTICIPATIE is een heet hangijzer binnen de hedendaagse politiek. De inwoners moeten vooral meedoen en meebeslissen. Dat is vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Willen de bestuurders het echt? Hoe werkt het dan? Hoe zien de inwoners het? Wat is de rol van de ambtenaren? De Vrijstaat Roetz vraagt de komende maanden diverse gastschrijvers om over dit onderwerp te publiceren. Deze bijdrage is van Henk Engel, lid van de Patricipatieraad in Heemskerk. Vrijwilligers zijn onmisbaar als het om participatie gaat, een bron van kennis, die vervolgens vertaald moet worden naar beleid.

Participatie is een woord wat in beleidsvorming in zwang is. We kenden ‘eigen kracht’. Mensen kunnen, waar nodig met hulp uit de buurt, zelf een hoop op eigen kracht voor elkaar brengen. Dat was en is de veronderstelling. En dat is ook vaak zo, maar naar nu blijkt uit onderzoeken, blijft het daarin toch ook vaak van belang dat er extra ondersteuning gegeven wordt om deel te kunnen blijven nemen aan het samenleven. Meer dan gedacht.

Ik schrijf dit om aan te geven dat dergelijke aanduidingen ook te veel een eigen leven kunnen gaan leiden. Maak het niet groter, okay ook niet kleiner, dan het is, zou ik willen zeggen. En zo is dat ook met de zogeheten Participatie.

Deelnemen aan, betrokken zijn bij. Dat is de basis als ik aan participatie denk. Zoals gezegd in zwang waar het gaat om bevorderen van inspraak bij beleidsvorming op overheidsniveaus, waaronder die van de gemeente. Als lid van de Participatieraad Heemskerk ken ik die kant, of beter: leer ik die kant kennen waar het gaat om het sociale domein.

Maar participatie vind je ook terug bij de talloze vrijwilligers die actief zijn in de samenleving, op heel verschillende terreinen. Van zorg tot sport, van cultuur tot in het sociale leven. Wat is een samenleving zonder die betrokkenheid!? 

Participatie als factor in beleidsvorming

Zonder twijfel is het goed als mensen betrokken worden bij de beleidsontwikkeling die een gemeente voor ogen heeft. Ervaringen van betrokkenen bij beleidsterreinen zoals jeugdzorg, wmo-voorzieningen, werk en inkomen, om er drie te noemen in het sociale domein, zijn waardevol. Als Participatieraad proberen we daar vorm aan te geven. Door met mensen met een handicap knelpunten in bereikbaarheid op te zoeken, in kaart te brengen en aan te geven wat zij vinden wat er kan en moet verbeteren. Door met mensen, die gebruik maken van de sociale wijkteams voor hulp en advies, te spreken over hun ervaringen. En die in te brengen als je als gemeente nadenkt hoe die sociale wijkteams een goeie plek te blijven geven als hulp- en informatiebron. Of: wat betekent het als je als jongere extra hulp krijgt bij het opgroeien en je wordt 18? Want dan krijg je te maken met andere regelgeving. Hoe kunnen we dan voor een betere en soepeler overgang zorgen, vraagt een gemeente zich af. Juist dan schakel je ook betrokken jongeren en hun ouders in om het met hen daarover te hebben. 

Mooi en goed. Maar het is zaak in dat soort gesprekken ook duidelijk te maken hoe het meegenomen wordt in wat een gemeente dan uiteindelijk besluit als het gaat om nieuw beleid op dat terrein.  Dat vraagt wat van ambtenaren, het college van b en w, en ook van een gemeenteraad. De zorg dat datgene wat ingebracht wordt, goed gehoord wordt. En de zorg uiteindelijk ook goed gemotiveerd uit te leggen wat je er als gemeente wel en niet mee hebt kunnen doen.

En daarin leren we nog steeds. Als Participatieraad. Ook waar het gaat om hoe direct betrokkenen te vinden en hoe dit soort gesprekken op verschillende manieren vorm te geven. En vervolgens hoe de resultaten goed te vertalen naar de beleidsmakers van de gemeente. 

Als ambtenaren. De inschatting of dit onderwerp ruimte geeft voor een participatie-traject. Zo ja, dan de zorg dat er, voor er een afgerond voorstel ligt, er eerst zo’n participatietraject gestart wordt.

Waar het het sociaal domein betreft samen met de Participatieraad. In die samenwerking is het ook van belang goed te weten van elkaar wat de rol van de ambtenaar is en wat van de leden Participatieraad.

Als gemeentebestuur om de inbreng vanuit zo’n participatietraject uiterst serieus op te pakken. Want je wilt als gemeente een volgende keer graag nog eens aankloppen bij de mensen!

Kortom:

  • Maak heldere keuzes als gemeente wanneer je wel een participatietraject ingaat en wanneer niet. Is er bij deze beleidsontwikkeling ruimte voor die inbreng!? 
  • En ga je, ga dan met een open geest op de mensen, die betrokken zijn, af om in gesprek te gaan. Zoek daar verschillende vormen in, want die zijn er. 
  • Maak bij de definitieve besluitvorming van het beleid goed en gemotiveerd duidelijk wat je met de inbreng hebt kunnen doen.
Vrijwilligers, een participatiefactor van belang

Ik schreef al, we vinden ze in de zorg, de sport, cultuur en het sociale leven, vrijwilligers! Als vrijwilliger deel zijn van de samenleving is een uiting van participatie, van betrokkenheid.

Juist in een stuk over participatie mag en moet die vrijwilligersinzet genoemd worden. 

En ook bij die grote vrijwilligersgroepen kan een samenleving, en dus ook een overheid, het oor te luisteren leggen over wat er zoal speelt in een gemeente. Een van de bronnen van kennis en betrokkenheid!

In 2019 schreef ik voor de vrijwilligersdag dat jaar in Heemskerk Beverwijk een liedtekst:

Leven is geen samenleven

als we niet omzien naar elkaar.

Leven is van nemen en van geven.

Een vrijwilliger maakt dat graag waar.

‘t Is de lol van steeds weer merken

dat het mooi en nodig is.

Want dat vrijwillig werken

vult vaak klein of groot gemis

Het is het cement tussen de stenen,

waarmee je door te voegen muren bouwt.

Zo is er het cement in samenleven,

waar je als vrijwilliger mee sjouwt.

Niet gek dus dat door inzet van zovelen

er muren van vertrouwen zijn gebouwd.

Het is er zijn, ja voor die ander.

Maar ook je eigen lol en het plezier

maakt door het delen met elkander

vrijwilligheid tot ‘n gedeeld vertier.

Het is de inzet, de beweging 

die blijk geeft van betrokkenheid.

En dan mag het ook, waardering 

voor veelkleurige vrijwilligheid.

Vrijwilligers, durf ik beweren

in een tijd van zelf-redzaam zijn,

lukt het om dat om te keren

in een samen-redzaamheid !

Zo zullen dagen zich weer vullen.

Op weg, samen met elkaar.

Het is poetsen en niet lullen.

Een vrijwilliger vindt dat niet raar     .                       

Het is het cement tussen de stenen,

waarmee je door te voegen muren bouwt.

Zo is er het cement in samenleven,

waar je als vrijwilliger mee sjouwt.

Niet gek dus dat door inzet van zovelen

er aan muren van vertrouwen wordt gebouwd!

Het is het omzien naar elkaar wat voor betrokkenheid zorgt, voor inzet, voor deelnemen aan. Voor participatie dus! En ja, het is waar, met de inzet van velen bouwen we huizen als ….