Levertraan, tja voor een aantal wat oudere lezers een minder prettige herinnering aan vervlogen tijden. Vrouwtje Peep staat het in elk geval nog helder voor de geest. Zo snel mogelijk doorslikken want daarna kreeg ze een lepel met Roosvicee. Het zou nog minstens 50 jaar duren eer het woord ‘voedingssupplement’ zou worden uitgevonden.

In mijn ouderlijk huis is de levertraan niet lang in zwang geweest. Mijn herinneringen aan dat verschijnsel zijn niet zo sterk. Wel verscheen er een grote pot met van die gele naar citroen smakende vitamine C tabletjes, en een pot met fel rode Davitamon 10 pillen – in de periode dat de ‘R’ in de maand zat – na het avondeten op tafel . Je kon het vorderen van de winter afmeten aan het niveau van de pillen in de potten.

We mankeerden overigens nooit wat dus het zal wel geholpen hebben. Tot voor kort had ik zelf weinig van doen met aanvulling van vitamines, mineralen en andere stoffen op m’n dagelijkse voeding. Mijn wederhelft echter heeft een kleine drogisterij met potjes en flesjes verzameld van waaruit dagelijks een deel wordt ingenomen ter aanvulling van een mogelijk tekort. Niks mis mee, lekker laten gaan. Van mij hoeft het niet zo.

Uitzondering daar op zijn een afgeleide van de aloude levertraan. De vitamine D pilletjes, 2 per dag. Vanwege het thuiswerken zijn op het moment, het brengen en halen van de vuilnisbak, en het doen van de wekelijkse boodschappen vrijwel de enige momenten waarop ik nog contact met de buitenlucht heb. Gezien het trieste weerbeeld van de afgelopen weken is de kans dat de zon mij daarbij effectief kan bereiken minimaal. Vooruit dan maar: zonneschijn uit een potje.