Jaarlijks komen de kindertjes van de lagere school langs met de vraag of we nog kinderpostzegels willen kopen. Een nobel doel, en dus gaan we daar graag op in. Bovendien krijg je dan zo’n praktisch zegeltje dat er voor zorgt, mits zichtbaar aangebracht bij de voordeur, dat de volgende groep kindertjes niet vruchteloos hoeven aan te bellen met dezelfde vraag.

Geen idee of het u opgevallen is maar de methode waarmee zo’n simpele transactie wordt afgehandeld is nogal veranderd de laatste jaren. De goed willende collectant heeft tegenwoordig vaak een heel verhaal dat in het kort neerkomt op een vraag of je bereid bent tot een maandelijkse bijdrage. Als ik zo’n collectant aan de deur tref onderbreek ik die al vrij vlot in zijn, dan wel haar verhaal met de melding dat we niet bereid zijn tot een dergelijke verbintenis en ik wens ze nog veel succes en een fijne dag.

Soms wordt met een verongelijkt gezicht de anderhalve meter coronamat opgerold en vertrekt de collectant met de spreekwoordelijke staart tussen de spreekwoordelijke benen.

De kindertjes met de kindertjespostzegels hebben tegenwoordig formulieren die aan de keukentafel moeten worden ingevuld voor je zo’n handig zegeltje in je bezit krijgt. Op zich is dat veiliger voor de collectantjes, die lopen niet met (grote) hoeveelheden contant geld over straat. Alle begrip dus. In het afgelopen jaar bleek dat er via deze actie niet alleen postzegels maar ook allerlei andere zaken besteld konden worden.

De zaak is er niet overzichtelijker op geworden en volgens mijn eega moest er zelfs via het internet iets ‘bevestigd’ worden. Dat ‘iets’ bleek een abonnement op de vriendenloterij te zijn. De geschiedenis van loterijen in ons huishouden is op zijn minst ongelukkig te noemen. Via de sportvereniging kwamen we jaarlijks in aanraking met de ‘Grote Clubaktie’ en werd je vanuit de vereniging verplicht om je quota volsagen onverkoopbare loten af te nemen.

Na het debacle van de Staatsloterij die jaren lang de zaak geflest heeft door meer loten in de trekking te laten meedoen dan dat er atomen in het heelal zijn, hebben we dat abonnement met nogal wat moeite kunnen opzeggen en sindsdien gaat alles wat er door loterijen aan papieren aanmoedigingen op de deurmat valt ongeopend linea recta de oud papier bak in. Maar goed tot zover maar even het beeld schetsend wat onze attitude is ten opzichte van loterijen.

Tot mijn verbazing verscheen plots op onze bankafschriften maandelijks een boeking: ‘Vriendenloterij, u steunt de Kinderpostzegels’, de eerste keer dat deze melding verscheen werd dat verklaard door de bestelling. De keer er na trokken mijn wenkbrauwen richting de haarlijn en vroeg ik me af of we die postzegels op afbetaling hadden gekocht. De derde keer heb ik de boeking gestorneerd en ben maar eens gaan zoeken hoe dit verschijnsel een halt toegeroepen kon worden. Dat moest schriftelijk of telefonisch. Met als voorbereiding twee bakken koffie en een halve lunch in de aanslag uiteindelijk het nummer gebeld.

Zoals verwacht liet een ingeblikte telefoniste me na een keuze uit de eindeloze lijst van ‘Mogelijkheden om u beter van dienst te kunnen zijn’ in de wachtrij van afvallige vrienden terecht komen. ‘Al onze medewerkers zijn in gesprek, wij doen onze uiterste best u zo snel mogelijk te helpen, de wachttijd is langer dan gebruikelijk. Met al uw vragen kunt u ook op onze website terecht’, vervolgens drie kiestoontjes en een herhaling van de hiervoor beschreven mededelingen en weer drie kiestoontjes. En dat exact twintig minuten lang. Ik denk dat die wachtrij een eerste ontmoedigings maatregel is en dat veel mensen niet veel verder komen dan de 200e keer dat de mededeling dat: Al hun medewerkers volgens mij achter een pot bier zitten te lachen als er weer iemand de verbinding verbreekt. Maar ik geef het niet op en aldus verscheen er op een gegeven moment een alleraardigste mevrouw aan de andere kant van de lijn. Hoe ze heette ben ik vergeten, maar na de mededeling dat wij het betreffende abonnement wensten te beëindigen kwam er uiteraard een verhaal dat ze ’het erg jammer vonden en dat zeker in deze tijd de kindertjes wel wat ondersteuning konden gebruiken’.

Midden in de voor geprogrammeerde reclame smeekbede heb ik haar spraakwaterval onderbroken en de ‘deurcollectant met een verhaal’ behandeling gegeven. Vervolgens moet je motiveren waarom je niet meer mee wilt spelen. Uit beleefdheid heb ik haar uitgelegd dat we ons van ‘mee spelen’ in het geheel niet bewust waren, en dat ook niet wensten te worden omdat we een hekel aan loterijen hebben. Waarschijnlijk is het efficiënter om te melden dat je het niet kunt betalen omdat je in de schuldhulp zit maar goed…
Na een reeks van vragen en een bandopname werd me beloofd dat we voortaan buiten de kansen op maandelijkse prachtige prijzen en 100.000 Euro vielen. Goh wat jammer. Nog veel meer jammer is het dat de stichting kinderpostzegels onze jaarlijkse bijdrage voortaan zal moeten missen. Ze hebben daar rare vrienden.