‘We willen gewoon lol maken’
Organisator illegale feesten in coronatijd
Jacky de Vries – Hij is 24 en laat zich naar eigen zeggen niet gevangen nemen door corona. Hij leeft door, geniet van muziek en mensen om zich heen. Hij bezoekt niet alleen illegale feesten, de zogenaamde raves, maar organiseert ze ook. Aan het woord is J. Meer dan dat mag niet naar buiten, uit angst voor represailles. Waarom houdt hij zich niet aan de regels? Voelt hij zich daar schuldig over?
‘Ik organiseer al jarenlang evenementen in het dagelijkse leven. In het begin als hobby, langzamerhand werd het commerciëler. Ik begon in de IJmond, maar breidde mijn terrein ook uit naar Haarlem en Amsterdam. Ik haal er veel vreugde uit. De muziek, de mensen, de kunst die er gemaakt wordt. De hele branche vind ik fantastisch. Ik ben er echt verliefd op geworden.’

‘Voor de buitenwereld lijkt de bedrijfsvoering stil te liggen, maar dat is niet zo. Tijdens de coronacrisis ben ik illegale evenementen gaan organiseren, met name rondom Amsterdam. Juist daar zie je dat de hele uitgaansscene gewoon zijn ding is blijven doen. Misschien op kleinere schaal, wat meer in privékringen, waar het ooit ontstaan is. Want dat is wat het in essentie gewoon is: groepen mensen die met vrienden of zielsverwanten mooie evenementen opzetten.’
Alles is veel vrijer dan normaal
‘Het is destijds langzaam uitgegroeid tot een commerciële branche, nu zie je dat het terugkeert naar de oorsprong. Er worden hele lieve, kleine feesten georganiseerd voor pakweg 100 man. Daar wil ik graag onderdeel van zijn, want laten we niet de liefde voor elkaar en de muziek verliezen, laten we blijven doen waar we goed in zijn. Tot nu toe gaat dat goed. Ik heb ook grotere evenementen in de buitenlucht meegemaakt de laatste maanden waarbij niet of nauwelijks problemen ontstonden. En als je dat afzet tegen de grote demonstraties die er waren en die wel werden toegestaan, zie ik geen probleem om dit te doen. Het is een stuk vrijer dan normaal, zonder deurbeleid, beveiliging en noem maar op. Dat valt allemaal weg en toch gaat er niets fout.’
We maken een fictief persoon, de provider
‘Ik heb een oude telefoon van mezelf gebruikt en daar een nieuwe simkaart ingezet, met een nieuw nummer dus. Via whatsapp heb ik een groep gecreëerd, vanuit een fictief persoon die ik ‘de provider’ heb genoemd. In totaal heb ik 600 mensen in de appgroep weten toe te voegen en die warm gemaakt voor een evenement. Dat organiseerde ik met vier anderen. Op de dag zelf zijn we gaan opbouwen op een locatie in de Westhavens in Amsterdam, ver van de stad. Op het laatste moment hebben we de locatie in de app bekend gemaakt en zo druppelt het langzaam binnen. In totaal waren er zo’n 400 man aanwezig en een boel nog onderweg, toen het door de politie werd opgerold. We hebben het evengoed van twee tot zeven uur vol kunnen houden, dus al met al een geslaagd en volwaardig evenement. We hadden het serieus aangepakt, met groot geluid en een volledige deejay booth. Heel gaaf.’
‘Zoiets kun je organiseren als je connecties hebt, als je weet wie een loods heeft of een studio. Of een groot terrein waar een paar honderd man passen, wie het risico durft te nemen. Wij hadden dat netwerk nog niet, omdat we vooral actief in de IJmond en Haarlem waren, waar minder geschikte locaties zijn voor raves. We zijn toen gaan rondvragen en vonden een goede plek. We namen wel een risico, want het was weliswaar buiten de stad, maar niet volledig afgezonderd. Het was in een periode dat het virus net toesloeg en veel jongeren feestjes gaven in parken. Elk weekend was het wel raak, vier feestjes per avond. In het centrum nota bene. Als wij het dan op klaarlichte dag buiten de stad doen, moet dat ook wel kunnen, dachten wij. Dat is gelukt. Bereikbaarheid is nooit een probleem, ze komen toch wel.’
Het is allemaal liefdevol, een grote familie
‘Het voelt ondeugend. De sfeer is geweldig. Er komen alternatieve mensen, het drugsgebruik is hoger, men voelt zich veel vrijer. Iedereen zorgt voor elkaar, dat is belangrijk, maar uiteindelijk draait het vooral om de muziek. Het is feest, het is liefdevol, één grote familie. Uiteraard wel besloten en exclusief, niet iedereen komt er zomaar, je moet echt in dat netwerk zitten. Ook voor de organisatie is het belangrijk om te weten wie je wel of niet laat komen, je kan niet zomaar iedereen uitnodigen. Er moeten gelijkgestemden samenkomen, die tolerant zijn en elkaar accepteren. Daar is die hele muziekscene ook op gebouwd.’
‘Ik voel me niet schuldig, dat klinkt misschien egoïstisch. Ik heb zelf corona gehad, mensen om me heen ook. Voor ons was het zo onschuldig en onbetekenend, dat we er niet alles voor willen opgeven. Niet meer feesten, niet meer knuffelen en contact maken, ondenkbaar. Wel ben ik me ervan bewust dat ik makkelijk praten heb, dat dit niet voor iedereen geldt. Maar toch, waarom alles stilleggen voor een kleine kwetsbare groep? Ik vind dat daar echt onderscheid in gemaakt moet worden, laat de jongeren verder gaan met hun leven. Het leven is niet veilig, zit vol risico. Laat mensen zelf hun grens bepalen. Toen ik van de GGD weer naar buiten mocht, ben ik dezelfde avond meteen naar een feestje gegaan. Natuurlijk zoek je daarna niet de kwetsbare groepen op of mensen die wel graag afstand willen houden. We gaan na een feestje dus niet naar opa en oma.’
Niet feesten om het feesten, het is cultuur
‘Ik zie het niet als een daad van verzet. Wij willen lol maken, daarnaast is een branche bezig te overleven. Sommige organisaties proberen op deze manier het hoofd boven water te houden, dat doet niemand anders voor ze, dus moeten ze het zelf doen. Vooralsnog wordt de hele branche niet gezien, al jaren niet. In deze crisissituatie nog steeds niet, terwijl het zo’n prachtige bedrijfstak is, met muzikanten, kunstenaars, een bij elkaar geraapt zooitje dat hele mooie dingen tot stand brengt. Dat moet voort blijven bestaan. Het is dus niet feesten om te feesten. Het is een cultuur.’
‘Ik heb nog geen boete gehad. Ik krijg het idee dat de handhavers zelf ook het gevoel hebben dat het niet helemaal klopt wat ze doen. Deze zomer was het een rage om feestjes te geven op het water, op een boot. Vaak kwam er een politieboot langs, wij snel benedendeks, maar er gebeurde verder nooit iets. Het is altijd gebleven bij een waarschuwing. Ook als een evenement toch wordt stilgelegd, ontstaan er geen discussies. Ze roepen alleen dat alles binnen een half uur moet zijn opgeruimd. Mijn moeder zegt steeds dat ik uit moet kijken, maar ze steunt me wel. Zij vindt ook dat jonge mensen hun weg moeten vinden en dat we als branche moeten blijven bestaan. Voor mij is dat wellicht wat minder urgent, ik ben een kleine organisatie. Ik vind het vooral belangrijk dat mensen er blij van worden als je iets creëert.’
Er ontstaat ruimte voor nieuwe initiatieven
‘Ik zie grote bedrijven langzaam kapot gaan, die moeten leven van het echte grote werk, zoals bijvoorbeeld het songfestival. Ze hebben voor corona grote investeringen gedaan en hun spullen staan nu in een loods te verstoffen. Er gaan grote klappen vallen en dat gaat me wel aan het hart. Toch zijn er ook voordelen aan deze tijd, al klinkt dat hard, want juist de kleinere spelers krijgen nu meer kansen. Er ontstaat ruimte voor nieuwe initiatieven en daarmee zal de branche hoe dan ook overleven.’
‘Er zijn nog steeds heel veel illegale feesten, voortdurend, ik heb ze voor het uitkiezen, in alle soorten en maten. Goed georganiseerd of kleinere privéfeesten, met een man of vijftig tot honderd. Soms krijg ik een appje en dan sta je ineens om zes uur ‘s ochtends ergens onder de Amsterdamse ring, waar iedereen aan het dansen is rondom een busje. Fantastisch. De besmettingscijfers hebben hier geen invloed op, we blijven feestjes bouwen.’