John van Nimwegen over het spel tussen bewoners en professionals

PARTICIPATIE is een heet hangijzer binnen de hedendaagse politiek. De inwoners moeten vooral meedoen en meebeslissen. Dat is vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Willen de bestuurders het echt? Hoe werkt het dan? Hoe zien de inwoners het? Wat is de rol van de ambtenaren? De Vrijstaat Roetz vraagt de komende maanden diverse gastschrijvers om over dit onderwerp te publiceren. Deze bijdrage is van John van Nimwegen uit Heemskerk. Politicus (CDA) en directeur/bestuurder van een woningbouwvereniging. Hij beschrijft participatie als een samenspel tussen burgers en organisaties.

Zoals je misschien weet ben ik naast mijn werk als corporatiedirecteur ook actief in de plaatselijke politiek. Geen benijdenswaardige bezigheid die politiek, hoor ik jullie denken. Het is inderdaad moeilijk om in de politiek iets te bereiken en vaak is ‘een werkbaar compromis’ het hoogst haalbare.

Politici en hele partijen zijn vaak teleurgesteld in het resultaat van besluitvorming. Gevraagd naar wat er is misgegaan, antwoorden zij opvallend vaak dat ‘de  participatie’ niet goed was, of dat er ‘meer participatie’ had moeten zijn. Maar zou het werkelijk zo simpel zijn? Iets ‘meer’ participatie en iedereen is tevreden? Natuurlijk niet; participatie is belangrijk, leidt tot betere besluitvorming en kan een bron van betrokkenheid zijn, maar is bestuurlijk vaak een behoorlijke uitdaging. Er zijn inmiddels hele beleidsnota’s volgeschreven over participatie en helaas is de conclusie dat er niet één recept is voor goede participatie. Het is altijd maatwerk, maar een paar ingrediënten zijn wel te benoemen.

In mijn werk bij de woningcorporatie zetten we met regelmaat de hele leefwereld van mensen op zijn kop, als we wijken herstructureren; oude woningen renoveren of nog ingrijpender, woningen slopen en nieuwe bouwen. Professionals die denken dat het om de architectuur gaat, de schoonheid van het nieuwe product, over hun visie op de toekomst, slaan wat mij betreft de plank mis. Woning- en stedenbouw is dienstbaar aan de bewoners van nu en die van de toekomst. 

Dat laatste is van belang want je hoopt natuurlijk wel dat nieuwbouw een tijdje meegaat. Dat maakt het overigens ook best moeilijk. Mensen kunnen maar moeilijk over hun eigen ervaringen heen kijken en in 100 jaar kan een maatschappij en het denken over wonen wel 4 keer radicaal wijzigen. Denk maar eens 100 jaar terug. In 1921 was Nederland nog nauwelijks gemotoriseerd, nu hanteren we een parkeernorm van 1,4 plaatsen per woning.

Het lastige van participatie is dat veel mensen uitsluitend vanuit hun eigen leefwereld bijdragen. Aan de andere kant is dat ook de kracht van participatie omdat professionals daar juist vaak aan voorbij gaan. In mijn studietijd was ik vaak in de DDR. Officieel het land van boeren en arbeiders met een overheid in dienst van de bevolking. In de praktijk het land van onderdrukking als je niet deed wat het partijbureau van je verlangde.

Het socialistisch ideaal is aan dat centralisme ten onder gegaan. Politiek en maatschappelijk werd er volstrekt voorbij gegaan aan de inzichten van individuen en burgerinitiatieven. Uiteindelijk moest de bevolking de leiders letterlijk ‘Wir sind das Volk’  toeschreeuwen. Voor een succesvolle en prettige maatschappij heb je dus meerdere meningen en initiatieven nodig, en als bestuurder wil je je niet met Honecker  identificeren, maar hoe ga je als bestuurder dan wel met al die meningen om?

Ik heb als corporatiedirecteur mooie initiatieven mogen meemaken die ook wel succesvol zijn geweest. In Zaanstad heb ik kennis gemaakt met een initiatiefgroep die het oude verzorgingshuis ‘de Amandelbloesem’  wilde overnemen en instandhouden. In een termijn van 10 jaar zouden zij met begeleide huisvesting van jongeren in een groot deel van het gebouw, voldoende geld verdienen om het gebouw te renoveren. Het moet gezegd dat de  spreadsheet die ze hadden gemaakt rekenkundig klopte, maar de haalbaarheid van het plan was twijfelachtig. Ik denk dat de groep zich dat  eigenlijk ook wel realiseerde. 

Kort en goed, onze woningcorporatie heeft het pand aangekocht en in overleg met de groep het pand omgebouwd naar zelfstandige woningen voor ouderen met een gemeenschappelijke wintertuin en restaurant. De initiatiefgroep werd vereniging en organiseert vanuit de Amandelbloesem fantastische bijeenkomsten en activiteiten voor de bewoners van het gebouw en de omliggende wijk. Door een lidmaatschap blijven de bewoners ook betrokken bij de vereniging ‘de Bloesem’. Het begeleid wonen heeft eveneens een plek gekregen. 

Er wonen momenteel 17 jong volwassenen die in meer of mindere mate begeleiding krijgen van Stichting Mies. Een aantal van die bewoners helpt mee met het beheer van het gebouw. Zij beheren een winkeltje en de gemeenschappelijke wasserette, maken schoon en onderhouden de tuin. Inmiddels is de corporatie bezig met de derde fase van het project. Na twee grote renovaties worden nu 44 nieuwe appartementen aan het complex gebouwd. Hiermee komt het totaal aantal appartementen in het gebouw op 135; een echte leefgemeenschap bijna een klein dorp. Wonen in de Amandelbloesem is verschrikkelijk populair. Dat blijkt wel uit het animo voor de nieuwbouw.

‘Het lastige van participatie is dat veel mensen vanuit hun eigen leefwereld bijdragen’

John van Nimwegen

De Amandelbloesem had nu niet bestaan zonder het werk van de initiatiefgroep. Toch is het ook de kennis van de woningcorporatie en de toegang tot het geld, die het plan mogelijk heeft gemaakt. Je zou in dit geval kunnen spreken van een echt burgerinitiatief, maar vaak is participatie minder fundamenteel en komt het initiatief voor een project vanuit het openbaar bestuur of een maatschappelijke organisatie. Zo’n voorbeeld is de herstructurering van de wijk Meerestein in Beverwijk.

Vanaf 1998 zijn we bij Kennemer Wooncombinatie (voorganger van WOONopMAAT) gaan nadenken over de toekomst van deze wijk. Vanuit ervaring uit de grote steden, Amsterdam en Utrecht, wisten we dat deze wijken met uitsluitend huurwoningen op termijn sociaal kwetsbaar zouden blijken. Daarnaast waren deze woningen functioneel ongeschikt voor een snel en massaal vergrijzende bevolking. De vierhoogportiekflats beschikte bijvoorbeeld niet over een lift. We hebben uitgebreid onderzoek gedaan en daarbij ook nadrukkelijk de wijkbewoners betrokken. Ik kan niet zeggen dat iedereen van meet af aan overtuigd was van de noodzaak om de wijk fors aan te pakken. Die overtuiging is langzaam gegroeid. Al doende vormde zich het idee om een deel van de wijk te slopen en opnieuw te bouwen, een deel te renoveren en liften bij te plaatsen en zodoende in de wijk  een grotere variatie in woonvormen te realiseren.

Wees duidelijk over het doel van de particpatie

De ideeën werden voor het eerst aan alle bewoners gepresenteerd in de Slof (Kennemer Theater). Geen concrete bouwplannen, maar denkrichtingen en prioriteiten. De bewonerscommissie was best trots op het verrichtte werk; de aanwezigheid van zo’n 300 a 400 wijkbewoners benadrukte het belang van de ontwikkelingen. We waren redelijk gerust op een goede afloop van de bijeenkomst, want we hadden goed over de belangen van de huurders nagedacht. Alhoewel het aantal sociale huurwoningen in de wijk zou afnemen, kregen alle bewoners de garantie van een betaalbare nieuwe of gerenoveerde woning in de eigen wijk, in het naburige Oosterwijk of in de Broekpolder die toen in aanbouw kwam. Uiteraard kregen zij een goede vergoeding voor de verhuiskosten.

 Ondanks dat we goed over de belangen van de huurders hadden nagedacht, kregen we toch een ernstig probleem voorgeschoteld die avond. Veel oudere bewoners wilde in de wijk blijven wonen en zagen het niet zitten om tijdelijk in een wisselwoning te wonen en twee keer te verhuizen. Dit punt werd op die avond met veel invoelbare emotie door een van de bewoners naar voren gebracht. Met de gemeente werd daarom besloten eerst de woningen aan de Laan der Nederlanden/Plesmanweg te renoveren en van een lift te voorzien, om vervolgens pas de sloop en nieuwbouwplannen uit te voeren. De oudere wijkbewoners kregen voorrang op zo’n gerenoveerde woning.

John van Nimwegen over participatie.

Als je me vraagt wat ik geleerd heb ik de de afgelopen jaren, dan zou ik dat als volgt willen samenvatten:

  1. Kom liefst niet met een kant en klaar plan, maar met doelstellingen en met een proces. Op deze wijze kunnen alle belanghebbenden optimaal meedenken hoe de gestelde doelen kunnen worden bereikt.
  2. Zorg voor een duidelijk proces. Een proces dat voor iedereen duidelijk is en houd je aan je eigen proces en afspraken. Als je belooft over een maand een nieuwe bijeenkomst te organiseren, doe dat aan ook. Als je belooft opmerkingen en argumenten mee te wegen, kom daar dan ook zichtbaar op terug en leg uit wat je met de opmerkingen hebt gedaan.
  3. Wees duidelijk over het doel van de participatie, mogen de mensen alleen meepraten, advies geven of misschien zelfs meebeslissen? Dit voorkomt teleurstelling.
  4. Wees helder over je inhoudelijke doelstellingen. Als er woningen gerealiseerd moeten worden, wek dan niet de suggestie dat het doel ook onderwerp van participatie is. Dit is misleidend en participatie gedijt juist  bij vertrouwen.
  5. Wees echt nieuwsgierig naar wat mensen je te vertellen hebben, stel ze in staat een goede bijdrage te leveren, geef ze daarom alle  relevant informatie en desgewenst deskundige begeleiding.
  6. Zorg altijd voor een visie creatief persoon in je team. Bijdragen van belanghebbenden komen vaak voort uit bezorgdheid en lijken soms op het eerste gezicht in strijd met de doelstelling van een project. Het is dan de kunst om deze bijdragen goed te begrijpen en oplossingen te bedenken die de bezorgdheid wegnemen en het project verder helpen.

Tot slot. De man die op die avond in de Slof het bezwaar van de oudere bewoners naar voren bracht, heeft zelf een leuke woning geaccepteerd in het naastliggende Oosterwijk. Hij is niet naar Meerestein teruggekeerd zoals hij aanvankelijk wel wilde. Voor hem persoonlijk hadden de extra maatregelen uiteindelijk dus geen voordeel, veel andere ouderen zullen hem evenwel dankbaar zijn geweest dat hij ook hun zorgen naar voren heeft gebracht.